Showa, Showa en nog eens Showa. Dat is waar we de naam Dainichi van kennen. De Dainichi Koi farm in Ojiya City geldt als één van de grootste en modernste koikwekerijen van het Niigata-district. Het merk Dainichi is toonaangevend, en dat al vele jaren. In de geschiedenis van de Koi hebben de Dainichi bloedlijnen een belangrijke rol gespeeld. Zijn signatuur vind je dan ook in de meeste moderne Go-Sanke bloedlijnen terug.
Sommige kenners menen zelfs dat de Dainichi erfenis de absolute basis is van de Go-Sanke groep zoals wij die nu kennen. Zonder de inmenging van Dainichi-bloed, zouden de hedendaagse Kohaku, Sanke en Showa op een veel lager niveau staan dan nu het geval is.
De gebroeders Dainichi
In de jaren zeventig vergaarde Minoru Mano, de toenmalige president van de Dainichi Koi farm, veel bekendheid door het kweken van Go-Sanke van wereldklasse. De door hem ontwikkelde bloedlijn, zijn levenswerk, onderscheidde zich op verschillende punten van Koi met een andere achtergrond. Nog altijd zijn Dainichi Koi heel herkenbaar. Op welke punten precies lees je in de alinea die over de Dainichi signatuur handelt. Toen mr. Mano in 1998 zijn laatste adem uitblies, werd de leiding over de koifarm overgenomen door zijn oudste zoon Futoshi. Samen met zijn broers Shigeru en Hiroshi en zijn negen medewerkers geeft hij nu op eigen wijze vorm aan dit alom gerespecteerde familiebedrijf, dat inmiddels zo”n 250.000 m2 beslaat.
Toen mr. Mano in 1998 zijn laatste adem uitblies, werd de leiding over de koifarm overgenomen door zijn oudste zoon Futoshi.
De gebroeders Mano hechten er veel waarde aan om onderscheidend te zijn. En te blijven. Niet alleen koesteren zij daarom de erfenis van vader Minoru, ook werken zij hard het verbeteren van de huidige bloedlijnen en zoeken zij naar nieuwe ouderdieren. Ze kunnen immers niet tot in het oneindige buigen op de oyagoi van weleer. Na een jaar of twintig gaat de kwaliteit van het broedsel immers sterk achteruit. Bij de zoektocht naar nieuwe ouderdieren ligt de nadruk nu op de lichaamsbouw en de sumi-kwaliteit. Daarnaast investeren Futoshi en de zijnen nu stevig in de kwaliteit van hun mannelijke ouderdieren.
Drie eigen bloedlijnen
De Dainichi Koi farm beschikt over drie eigen bloedlijnen. Eén voor Kohaku, één voor Sanke en één voor Showa. De Kohaku- en Showa-bloedlijn zijn het bekendste en hebben binnen de koiscène een grote invloed. Ze zijn het resultaat van een mix van de bekende en inmiddels grotendeels in onbruik geraakte Torazo- Izuma- en Jinbei-bloedlijnen.
De Dainichi signatuur
Dainichi Koi onderscheiden zich op diverse punten van Go-Sanke met een andere afkomst. Het voornaamste verschil zit hem in de lichaamsbouw. Het symmetrische geraamte van Dainichi Koi geeft ze een krachtige en majestueuze uitstraling, die voor het Minoru Mano-tijdperk nog niet was vertoond. Want laat dat duidelijk zijn: 20 à 30 jaar geleden was een Go-Sanke van 70 centimeter en meer nog verre toekomstmuziek. De kaap van 65 centimeter was toen al een zware krachtproef. Hoewel zo”n prestatie nog steeds ons respect verdient, zijn de tijden verandert. Dainichi Koi zijn bij uitstek grote, indrukwekkende Koi. De stevige skeletvorming is de basis van dit succes.
Echter, Dainichi Koi met een leeftijd van 2 tot 5 jaar (nisai tot gosai) maken vaak een magere indruk. Dit heeft te maken met het feit dat de Mano”s Koi van deze leeftijd niet voeren tussen oktober en april. Zodoende zullen de vissen interen op de vetreserve die ze gedurende de zomer hebben opgebouwd. Op latere leeftijd zullen de vissen enorm in body toenemen. Volgens de gebroeders Dainichi is dat een essentiële voorwaarde voor het bereiken van de voor Dainichi Koi zo karakteristieke lichaamsbouw bij een lengte van 80 centimeter. De vastenperiode van zeven maanden is een methode die effect heeft op de Koi van Dainichi, maar die niet één op één aan andere bloedlijnen kan worden gespiegeld. Dat is althans de lezing van de gebroeders Mano: zij noemen het één van de belangrijkste kwaliteiten van Dainichi Koi.
Als wit porselein
Een andere kwaliteit is die van de huid. De kwaliteit van de witte ondergrond (Kohaku, Sanke en Showa), het shiroji, dat zo wit als sneeuw hoort te zijn. Het is de basis van een goed Go-Sanke patroon. Is het wit niet zuiver, dan doet dit ook afbreuk aan de rode en zwarte patronen. “Het shiroji van Dainichi Koi is als wit porselein,” vindt Futoshi Mano. Zeker wanneer er ook sprake is van fukurin, een eigenschap die de witte ondergrond een nóg zuiverdere indruk geeft.
Als we denken aan de huidkwaliteit, dan denken we ook aan de kleuren rood en zwart. Dainichi Koi worden mede gekenmerkt door de scherp afgetekende, dieprode tekeningen en de kleine, gitzwarte en mooi verdeelde patronen. De tekeningen van Dainichi Koi zijn vaak zeer evenwichtig opgebouwd. Alsof ze door een hogere macht zijn bedacht.
De zo geliefde Dainichi signatuur heeft overigens een serieuze prijs. Voor een Dainichi Koi van 80 centimeter betaal je al gauw dertigduizend Euro.
Jumbo tosai
Maar ook voor éénjarige Koi moet je soms al flink wat duiten neerleggen. De zogenaamde “jumbo tosai” – zeven maanden oud en al ruim 35 centimeter groot (!) “ gaan veelal voor (veel) meer dan 1.000 Euro over de toonbank. Hoewel we hier niet over een gering bedrag spreken, is de kwaliteit die je ervoor terugkrijgt gegarandeerd. De groeipotentie van deze vissen is werkelijk sensationeel.
Indrukwekkend complex
Er zijn maar weinig koihuiscomplexen die zo professioneel zijn opgezet als die van de Dainichi Koi farm. De meeste koihuizen grenzen aan het woonhuis in Ojiya City, de plaats waar ook het koimuseum te vinden is. In het bijna onuitsprekelijke Minaminigoro zijn Dainichi”s andere faciliteiten te vinden. Beide locaties liggen in een voor Niigata-begrippen vlak gebied “ in een dal tussen de bergen van Yamakoshi. Niet alleen de bouwstijl en grootte van het koihuiscomplex dwingt respect af. Ook het grote aantal moddervijvers, namelijk meer dan honderd, op een stuk grond van totaal zo”n 250.000 m2 vertelt ons dat de Dainichi Koi farm tot de grootste in haar soort behoort.
De meester Dainichi
De Dainichi Koi farm is een echt leerbedrijf. Zo hebben diverse startende kwekers er een stageperiode doorgemaakt. Denk aan namen als Shintaro, Nogami en Marudo, die inmiddels zelf ook een enorme bekendheid genieten. Daarnaast zijn er maar weinig serieuze Go-Sanke kwekers die geen ouderdieren van Dainichi afkomst gebruiken. Aldus is het “Dainichi fenomeen” diep geworteld in de vruchtbare grond van ons aller koivelden.
Een fenomeen dat nog lang niet aan invloed zal inleveren. Met de ambitieuze gebroeders Mano aan het roer gaat de Dainichi Koi farm een gouden toekomst tegemoet.
Bron & Referenties
Dit artikel verscheen ook in het magazine Koi Wijzer