Gestippelde alvers (Alburnoides bipunctatus) blijven klein en zijn dus erg geschikt voor de wat minder grote siervijver, zeker als die voorzien is van een beekloopje met waterval. Watervallen zijn overigens erg in de mode. Men zal er dan echt van genieten van deze dartele springertjes met hun opvallende flanken. Het zijn diamanten kleinoden afkomstig uit Europese bergstroompjes.
Beschrijving en voorkomen
Gestippelde alvers zijn wat lichaamsbouw betreft wat hoger dan alvers (Alburnus alburnus). Ze vallen op door hun zwarte, gebogen zijlijn. De bek is eindstandig.. Gestippelde alver haalt een lengte van 10 Ã 12 cm, maximaal 16 cm. Het geslachtsonderscheid is onduidelijk. De vrouwtjes zijn wat zwaarder gebouwd dan de mannetjes
Gestippelde alvers komen voor in stromen en rivieren, soms in meren, in een deel van Europa, beginnende in westelijk Frankrijk tot voorbij de Kaspische zee. Zij hebben een voorkeur voor snelstromend water en leven vooral in de berggebieden van Midden en Oost-Europa. Ze zijn in de natuur vrij zeldzaam en in een aantal gebieden, waaronder Duitsland, met uitsterven bedreigd. Er zijn gestippelde alvers in het Franse en Belgische stroomgebied van de Maas. In de Maas zelf is de vis zeldzaam, maar in de zijriviertjes en beken zoals de Semois en de Ourthe is de vis vrij algemeen. Gestippelde alvers zijn al lang uit de Nederlandse wateren verdwenen. Onlangs zijn zij echter weer ontdekt in enkele Limburgse beken.
Het voedsel van gestippelde alvers bestaat uit ongewervelden, voornamelijk insecten, zowel de larven als hun imago”s. Ze happen levende en dode insecten van het wateroppervlak maar nemen ook voedsel van de bodem.
In de vijver
Gestippelde alvers hebben weinig commerciële betekenis. Vroeger werden ze al eens als aasvis gebruikt, tegenwoordig vindt men ze in enkele gespecialiseerde vijvercentra. Soms worden ze in aquaria gehouden. Het zijn namelijk diertjes met een mooie lijntekening die hen een leuke aanwinst maakt voor koudwateraquarium en vijver. Ze eisen zuiver, helder en zuurstofrijk water en dienen zorgvuldig overgewend te worden. Voortplanting is in het aquarium zo goed als uitgesloten, in de vijver gaat het veel makkelijker. De voortplanting gebeurt in mei-juli in stromend water boven grind en steentjes. Gedurende deze tijd tonen beide geslachten een donkere band, die over de zijlijn ligt. Deze loopt van het kieuwdeksel tot aan het begin van de staartvin. Na 6 – 10 dagen worden de larven geboren. Na 1 – 2 jaar zijn ze geslachtsrijp.
Gestippelde alvers zijn uitgesproken scholenvissen. Men moet ze met minstens zes, liever meer, soortgenoten samen houden. Ze zijn vreedzaam en kunnen met andere karperachtige visjes samen gehouden worden. Zwemmen doen ze veel, deze mooie visjes. Ze zijn vooral geschikt voor de middelgrote vijver. Zuiver zuurstofrijk water is een noodzaak. Watervalletjes en een degelijke filter zijn dan ook geen overbodige luxe voor de “alvervijver”. Een kiezelstrandje erbij maakt de waterpartij perfect. Als voedsel aanvaarden ze allerlei levend voedsel met een voorkeur voor vliegende insecten. Ze eten ook vlokkenvoer.