Nitraat en fosfaat (NO3- PO4), nutriënten genoemd, zijn een eindproduct geproduceerd door de nitrobacter. Nitraat is een heel belangrijke voedingsstof voor de waterplanten (macroelement). Ook algensoorten (zweef- en draadalgen) voeden zich met deze stof.
Er moet zo weinig mogelijk van deze stofin het water aanwezig zijn en het moet zo vlug mogelijk opgenomen worden. Onder de 25 mg NO3 per liter water stellen zich geen problemen. Dit wil echter niet zeggen, dat we dan geen algen kunnen krijgen. Waarden onder de 25 mg per liter water werken niet remmend op de plantengroei. Hogere waarden hebben een negatieve invloed op de plantengroei, met algen en een hoger (giftig) nitriet (NO2) gehalte tot gevolg. Nitraat kunnen we testen met Tetratest NO3 of sneltest NO3 van Velda.
Wanneer een te hoog nitraatgehalte wordt vastgesteld, kunnen volgende maatregelen worden getroffen naargelang het gehalte:
- NO3 gehalte van 25-50mg/l:
Gedeeltelijke waterverversing levert een positief resultaat op. Dit gehalte wordt nog verdragen door de vissen. Problemen met algen kunnen nu reeds ontstaan.
- NO3 gehalte van 50-100mg/l:
Gedeeltelijke waterverversing is een noodzaak. Gevoelige planten worden in hun groei geremd. Problemen met algen worden ernstiger. Het ontstaan van blauwe algen wordt bevorderd. Schadelijke inwerking op de vissen.
- NO3 gehalte van meer dan 100mg/l:
Water is sterk verontreinigd. Tenminste 50 % van het water direct verversen en verder maatregelen treffen voor de afbraak van nitraten zoals zorgen voor voldoende planten en een goede bacterie werking. Er is sterke groei van blauwe algen en uitputting van de zuurstofreserves. Nitraten gaan reduceren naar giftige nitrieten.
We kunnen op verschillende manieren nutriënten verwijderen uit het water. Een goede bacteriewerking en een goede plantenwerking zijn belangrijk voor een goede afbraak en opname van nitraten.