Waterlelies inspireren de kunstenaars al eeuwen. De eenvoudige schoonheid van hun bloemen, drijvend op of verheven vlak boven het watervlak is gewoonweg perfect. Ze doen ons dromen van grote dieptes en hemelse rust. Het zijn zo van die bloemen die de diepste zinnen beroeren en de geest gevangen houden als in onwereldse krachtvelden. De eenvoud en perfectie van een witte leliebloem, rustend op het watervlak roept een gevoeld van zuiverheid en sereniteit op. De lokkende geur doet ons wegdromen naar lang verleden jeugdtijden en het ronde van de vormen symboliseert gezellige beslotenheid en innerlijke stabiliteit. Weinig op deze aarde kan concurreren met onze waterlelie in onze vijver.
Waterlelies als blikvangers
Waterlelies zijn dé aandachttrekkers van de waterplas. Het zijn dé vijverberoemdheden die qua prestige alleen maar hoeven te concurreren met de statige koi. Vanaf de lente, laat ons zeggen mei, komen de bloemknoppen één voor één uit de diepte naar boven. Ze ontvouwen hun bloemblaadjes met sierlijke gratie De bloemen drijven op het water of worden er sierlijk boven geheven. Als veelpetalige sterren fonkelen zij op het waterfirmament, omringd door grote ronde vlakke bladeren. Het zijn werelden op zich en als drijvende eilanden welkome leefplaatsen voor onnoemelijk veel diertjes.
Waterlelies zijn de belangrijkste bron van kleur in de waterpartij. Gans de zomerperiode geven zij bloemen en gaan daarmee door tot diep in de herfst. Veel waterleliebloemen geuren verrukkelijk en bedwelmen met hun zoete alcoholdampen. De derde of vierde dag na het opengaan blijft de bloem gesloten, zinkt traag en zal nooit meer opengaan
Ook nuttig
Waterlelies zijn niet alleen onevenaarbaar mooi maar dragen ook een belangrijke steen bij aan het biologisch functioneren van de waterpartij. Het drijvende gebladerte vermindert de instraling van zonlicht in het water en helpt zo de algengroei in bedwang te houden. Waterlelies verbruiken voedingsstoffen die anders de ongewenste algen zouden voeden en helpen zo op een bescheiden manier het water proper en helder te houden. De planten bezorgen de vissen een plaats om onder te schuilen bij gevaar. De schaduw van de waterleliebladeren zorgt ervoor dat het water niet te warm wordt tijdens hete dagen. Waterlelies produceren zuurstof en geven dit af aan de atmosfeer langs de bovenkant van de bladeren. Dit in tegenstelling tot de meeste landplanten die via de onderzijde van hun bladeren ademen omdat hun bovenkant te stoffig wordt.
Winterharde en tropische
De meeste bezoekers van deze website zullen ongetwijfeld vooral geïnteresseerd zijn in de winterharde soorten en variëteiten waterlelies. Hoeveel van deze cultivars er juist gekweekt en verhandeld worden wereldwijd is moeilijk te zeggen. Wellicht zijn het er ongeveer 250. Een aantal ervan zijn in onze regionen verkrijgbaar, sommige gemakkelijk en andere met veel moeite en zoekwerk. Dat lijkt veel, die 250 wintervaste variëteiten, maar er zijn nog meer tropische cultivars wat logisch is wanneer men weet dat er veel meer wilde tropische soorten zijn. Deze tropische, exotische waterlelies zijn in onze streken moeilijk te krijgen, wat gezien ons druilerige klimaat normaal is. Toch is het zeker eens de moeite een bezoek te brengen aan botanisch tuinen met verwarmde serres om zich een beeld te vormen van de kleurenpracht ervan. De bloemen zien er heel anders uit en de tinten zijn ongewoon. Wie over een binnenvijver beschikt kan er aan denken zich zo”n chique exoot aan te schaffen maar de verzorging ervan is minder eenvoudig. Tropische waterlelies kunnen dagbloeiers zijn of nachtbloeiers. Deze laatste vouwen “s avonds hun bloemen open en deze blijven geopend tot laat in de morgen of zelfs tot in het begin van de namiddag. Zij zijn de favorieten van mensen die overdag werken en meestal “s avonds thuis zijn. De grootste bloemen en de geurendste bloemen zijn te zoeken onder de tropische waterlelies. Zij dragen ook meer dan één open bloem tegelijkertijd wat bijna niet voorkomt bij winterharde waterlelies (met enkele welkome uitzonderingen). De kleur blauw is enkel en alleen beschikbaar bij de exotische waterlelies. Tot nu toe zijn er nog geen blauwe winterharde lelies maar daar wordt aan gewerkt¦ beweert men¦ maar dat zei men een eeuw gleden ook al. De tot nu toe waarschijnlijk meest geschikte blauwe variëteit voor ons te koude klimaat is “King of the Blues”, die wel degelijk als een niet wintervaste soort dient gekoesterd te worden.
Veel kleurtinten
Winterharde waterlelies dragen bloemen in de kleuren wit, roze, rood, geel of koper. De meest romantisch waterlelies zijn de witte. Sommige puriteinen dulden alleen maagdelijk witte bloemen in hun waterpartij. Anderen houden van een kleurtje meer. Alle waterleliebloemen, met uitzondering van de witte veranderen elke bloeidag wat van kleur. Sommige worden donkerder, andere lichter. Bij sommige, geklasseerd onder de koperkleurige of “changeables” is de kleurverandering echt spectaculair. Zij variëren vaak van geel over oranje naar rood. Ook de bladeren zien er anders uit wanneer ze jong zijn dan wanneer ze ouder zijn. Veel ontluikende bladeren zijn mooi gespikkeld of gevlekt en worden later groener.
Waterlelies wensen zon
Geef de waterlelies een zo zonnig mogelijke standplaats. Voor waterplanten in het algemeen wordt in veel boeken vijf uur directe lichtinstraling (dus uit de schaduw) aanbevolen. Voor waterlelies raden wij echter 6 tot 8 uur per dag aan. Er zijn weliswaar enkele variëteiten die al tevreden zijn met 3 tot 4 uur zon per dag, namelijk “James Brydon”, “Marliacea Carnea”, “Marliacea Rosea” en “Masaniello”, maar om echt voorspoedig te bloeien vragen ze toch ook 5 uur licht uit de schaduw. Reserveer voor de waterlelies dus de meest zonnige kant van uw waterpartij. Ze zullen u belonen met een weelde aan mooie bloemen. Zeker de gele en oranje variëteiten vragen veel zon. De ideale plaats is ook beschermd tegen de wind en het water ligt er stil te broeien. Plaats waterlelies zo ver mogelijk van watervallen en zeker van fonteinen. Daar houden zij helemaal niet van. De waterdruppeltjes die boven op de leliebladeren vallen gaan fungeren als brandglazen en er worden lelijke gaten in de bladeren gebrand. Sommige rassen zoals “René Gérard” zijn hier zeer gevoelig voor.
In periodes van bewolkt, koeler weer zal de bloei afnemen. Wanneer er dan een zonnige periode op volgt zal men bloemen in overvloed te zien krijgen. Dat is vaak erg spectaculair, zorg dat je dit schauwspel niet mist.
Voor een goed biologisch evenwicht is het belangrijk dat een gedeelte van het wateroppervlak van de vijver bedekt is met drijvende planten of bladeren. Hoe kleiner de vijver, hoe meer oppervlak er procentueel moet bedekt zijn. Een vijver van 15 meter op 6 meter is best voor 50 % bedekt met drijf(blad)planten. Voor een kleinere vijver van bijvoorbeeld 3 meter op 3 meter is een bedekking tussen 60 % en 70 % ideaal. Aarzel dus niet een waterlelie extra toe te voegen, het vijvermilieu zal er u dankbaar voor zijn.
Waterlelies kopen
Waterlelies kunnen zonder problemen geplant worden van april tot september. Kies een soort die geschikt is voor uw vijver. Het heeft geen zin een reus te plaatsen in een piepklein vijvertje of een dwerg in een grote natuurvijver. De wat duurdere medium variëteiten voldoen meestal het best voor een doorsnee tuinvijver. Let op ook de grootte van de pot waarin de plant staat. Spijtig genoeg worden veel waterlelies aangeboden in erg kleine potjes (9×9 cm). Het gaat hier om erg jonge plantjes die heel wat tijd zullen nodig hebben om tot volwassen planten uit te groeien. Vaak bloeien ze pas na 3 jaar. Een waterlelie in grotere pot kost enkele Euro meer maar is dat zeker waard. Sommige handelaars bieden waterlelies aan opgepot in een echte vijvermand. Dit is uiteraard nog beter. De kans is groot dat er onmiddellijk bloemen zullen gevormd worden. Transporteer waterlelies in een gesloten zak zodat ze niet kunnen uitdrogen.
Hoe planten?
Kies de mandjes in functie van de grootte en groeikracht van de waterlelie. Miniatuur-waterlelies kunnen in mandjes van 20 Ã 24 cm, terwijl grotere variëteiten een mand hoeven van 29 Ã 40 cm. Alleen de odorata-hybriden (weinig aangeboden in onze streken) vragen nog grotere containers. Het is belangrijke een rijk mengsel te voorzien dat zeker leem of klei bevat. Het toevoegen van een mestpil met traag afgevende meststoffen is aangeraden. Duw de aangerijkte vijveraarde goed in de mand, die eerst van een plantnetje, van jute of een speciale dunne zwarte plastic met micro-perforaties werd bekleed. Zo kan de klei niet naar buiten via de gaatjes in het mandje, terwijl er wel water en gassen kunnen uitgewisseld worden. Plaats de wortelstok met het oude stuk in een hoek van de mand en laat de groeipunt naar het midden wijzen. Zo heeft de wortel een lange weg af te leggen voor de overkant bereikt wordt. De wortelstok wordt, met uitzondering van de iets naar boven stekende groeipunt bedekt met een duim waterlelieaarde. Vervolgens komt er een 3 cm dikke laag gewassen rijnzand op of vijversubstraat of gewassen fijne grint tegen het opwoelen door vissen.
Het is belangrijk waterlelies zo snel mogelijk na het verplanten in de vijver te zetten. Het is verkeerd hen ineens diep te plaatsen. Zet de waterleliemand eerst op een ondiep niveau (of op bijvoorbeeld enkele bakstenen) en wacht tot de plant minstens 7 bladeren heeft. Dan kan de lelie een trapje dieper en wanneer er dan weer minstens 7 bladeren gevormd zijn nog een stap dieper.
Verjongen
Wanneer u ziet dat de bloemen van de gewone winterharde waterlelies in uw vijver een vijf tot tien centimeter boven de waterspiegel geheven worden en wanneer dat ook het geval is met de bladeren dan is het hoog tijd om uw planten te verdelen en te verjongen. Doe dat gerust in de zomer. De ideale periode is eigenlijk de maand juni maar het kan tot eind augustus. Gooi het achterste, oude stuk van de wortelstok weg. Behoud de krachtige topscheut met een stuk wortelstok van zo”n 10 tot 15 cm en plaats deze iets naar boven wijzend in een waterleliemand gevuld met een mengeling van vijveraarde en leem. Zet de wortel met zijn snijwonde in een hoek van de mand en laat de spruit diagonaal naar het midden van de korf wijzen. Dan heeft hij de langst afstand a te leggen voor hij weer vastraakt aan de overzijde. Verjongen zal meestal nodig zijn om de drie jaar. Daar waterlelies krachtige voedingsbehoeftige groeiers zijn is het jaarlijks toevoegen van een voedingspastille voor vijverplanten aanbevolen.
Variëteiten
Een keuze maken uit het rijke aanbod aan cultivars is niet eenvoudig. Een grote waterplas vormt het ideale kader om grote waterlelies te herbergen. Middelmatig grote waterlelies voldoen het beste voor de doorsnee tuinvijver, terwijl dwergvariëteiten geschikt zij voor mini-waterwereldjes als kuipen en tobben. Wat ook van belang is, dat is de bloeiwilligheid in onze toch eerder koude Lage Landen. Winterhard betekent immers dat ze de winter doorraken maar wil daarom nog niet zeggen dat ze in onze streken willen bloeien. Veel cultivars zijn eerder geschikt voor zonnigere oorden als Spanje en het zuiden van Frankrijk en vertikken het te bloeien tijdens onze vaak druilerige zomers. Een zekere kennis is dus vereist vooraleer we naar het vijvercentrum trekken en er een keuze maken naar onze voorkeur. Smaak is persoonlijk en daarom raden wij aan om tijdens de zomer te gaan kijken naar bloeiende waterlelies. Het midden van de zomer (juni-juli) is trouwens de ideale periode om waterlelies te delen en te planten. Niets mag u dan ook tegenhouden om uw waterpartij te verrijken met een variëteit die u aanspreekt. Er is een gans palet aan kleuren beschikbaar. Er bestaan witte, roze, rode, gele en zelfs oranje cultivars. Blauwe waterlelies, aangepast aan ons klimaat, bestaan voorlopig nog niet.
Witte
Puriteinen verkiezen witte waterlelies. Het is vooral de grootte van de bloemen en bladeren, maar ook de vorm van de bloemen en zelfs de intensiteit van het wit die maakt dat men kiest voor deze of geen soort. De inheemse witte waterlelie, Nymphaea alba, is zeer betrouwbaar wat betreft de bloei, maar de bloemen zijn vrij klein in verhouding tot de bladeren. Soms wordt beweerd dat men ze “niet onder controle kan houden”. Dat is overdreven. Wanneer men N. alba in een mand plant kan de wortelstok niet woekeren. Nymphaea candida, de Siberische witte, is een andere (maar zeldzame) inheemse witte waterlelie die te vinden is tot in het hoge noorden en in onze contreien zeer goed bloeit, ook tijdens slechte zomers. De planten zijn in alle delen beduidend kleiner dan de witte waterlelie en gedijen in ondiep water.
Als zeer betrouwbare sterke witte cultivar kan men N. “Pöstlingberg” vermelden, tenminste wanneer men plaats heeft want het is een grote, zich snel verbreidende variëteit. Meer aangepast aan de tuinvijver en bovendien een erg goed bloeier onder de witte is N. “Albatross”. Deze spierwitte waterlelie is een medium-soort en voldoet prima voor bijna elke grootte van vijver. N. “Gonnêre” (soms ook “Crystal White” of “Snowball” genoemd) kan men catalogeren als betrouwbaar. Ze zijn wel heel speciaal, de ronde witte bloemen als bollen. Bij de wat kleinere witte waterlelies is N. “Hermine” zeker een aanrader. De bloemen zijn eenvoudig, niet zo spectaculair als die van de voorgaande soorten maar “Hermine” is een doorbloeier met een zeer lange bloeiperiode. Het is ook een goed witte voor de ongeduldigen want zelfs jonge planten zetten bloem. Voor kleine kuipjes is de wildvorm N. tetragona een goede keuze. In Duitsland is men enthousiast over N. “Walter Pagels” maar voor zover geweten is deze nog niet beschikbaar bij ons.
Roze
Wat betreft roze waterlelies is de keuze werkelijk enorm. Er bestaan tal van variëteiten in allerlei tinten van roze, gaande van bijna wit tot donkerroze en dat in allerhande groottes en bloemvormen. Voor erg grote vijvers is N. Norma Gedye een goede keuze als krachtige groeier en bloeier. De cultivar N. “Mrs Richmond” geeft enorme, wel 23 cm brede prachtige bloemen. Het is een krachtige groeier voor grote vijvers. Een erg gekende en betrouwbare roze waterlelie is N. “Marliacea Rosea”, die vaak verwisseld wordt met N. “Marliacea Carnea” (iets lichter van tint). Op zich geen groot probleem want deze laatste is ook erg bloeiwillig en sterk en goedkoop. De beroemde N. “Mme Wilfronne Gonnêre” is gegeerd omwille van haar dubbele bloemen, maar mist warmte in onze regionen. Deze dame kunnen we dus niet echt aanraden en we vervangen haar door een gelijkaardige maar betrouwbare plant, namelijk N. “Hollandia” die beduidend beter bloeit en een goede keuze is voor de wat grotere vijver. We komen nu bij de mediumgrote variëteiten. Wat betreft de naamgeving is N. “Pink Sensation” niet overdreven. Deze uitzonderlijke Amerikaanse variëteit werd in 1964 geïntroduceerd. De bloemen van deze waterlelie openen zich “s morgens vroeger en sluiten “s avonds later dan die van andere variëteiten. Spijtig genoeg is deze in cultivar minder verbreid in onze streken. Een erg gewilde en “all purpose” waterlelie is N. “James Brydon”. Eens men deze gezien heeft vergeet men haar niet en verwisseling met andere soorten is uitgesloten vanwege de intensiteit van het roze en de speciale bloemvorm. Wie naar mooie zeldzaamheden op zoek is kan proberen N. “Helen Fowler” te vinden. Een werkelijk prachtige soort die echter moeilijk op de kop te tikken is. N. “Turicensis” hoort ook tot de betrouwbare bloeiers maar is ook niet makkelijk te vinden. Voor kleine kuipjes kan men N. “Firecrest” aanbevelen. In Duitsland blijkt N. “Berthuld” erg gewaardeerd als kleine roze maar voor zover wij weten is deze nieuwe selectie nog niet in onze streken gecommercialiseerd.
Rode
Onder de rode waterlelies is N. “Attraction” wellicht de meest verbreide. Dit is een uiterst betrouwbare variëteit, zowel wat betreft groei als lange bloei (half mei tot eind oktober). Zij is aangewezen voor grote en middelgrote vijvers. Laat u niet ontmoedigen wanneer de eerste bloemen verschijnen. Deze zijn roze. De bloemen worden roder en roder naarmate het rhizoom veroudert. “Conqueror” is ook een goede keuze maar is een sterk groeiende soort zoals zijn naam doet vermoeden.
De diepst rode van alle rode winterharde waterlelies is N. “William Falconer”, maar deze is eerder moeilijk te vinden. Begrijpelijk wanneer men weet dat deze schoonheid goed bloeit maar weinig bladeren vormt en een traag groeiende wortelstok heeft die zich omzeggens niet vertakt. Een aanvaardbaar alternatief voor veeleisend waterlelieliefhebbers is N. “Escarboucle”. Geef wel de ruimte aan de grote wortelstok. Voor minder diepe vijvertjes kunnen wij als rode N. “Laydekeri Fulgens” en zeker de in Zwitserland ontwikkelde N. “Froebeli” aanbevelen.
N. “Burgundy Princess” zou ook een goede kleine rode kunnen zijn. Zeer mooi, met vrij grote bloemen voor een kleine plant is de recent in onze streken verkrijgbare N. “Perry”s Baby Red”.
Gele
Het aantal gele variëteiten dat voor ons klimaat voldoet is eerder beperkt. N. “Marliacea Chromatella” is een excellente keuze en de planten passen zich aan de waterdiepte aan. De bloei stelt geen enkel probleem en het blad is mooi gemarmerd. De bloemen van N. “Colonel A.J. Welch” lijken op chrysanten, maar de wortelstok stuwt teveel en te grote bladeren naar boven. Wat dan weer ten voordele van deze cultivar spreekt is de vaak late bloei in de herfst, de soms vroege bloei in de lente en de vorming van jonge plantjes op oude bloemen. Uitzonderlijk mooi zacht geel is N. “Moorei”, die spijtig genoeg moeilijker en moeilijker te vinden is en wat tijd nodig heeft om zich te settelen. Voor diepe vijvers (1m) is N. “Yellow Sensation” een uitstekende keuze wanneer men hem tenminste op de kop kan tikken.
De revelatie van de laatste jaren onder de gele medium variëteiten is zeker N. “Joey Tomocick” die er erg exotisch uitziet en zijn bloemen hoog boven het water houdt.
Voor echt mini-watertuintjes is het ongetwijfeld de betrouwbare N. pygmaea “Helvola”, die het meest geschikt is met haar piepkleine (diameter 4 cm) bloempjes.
Oranje
Ja, er bestaan ook oranje waterlelies. Hoewel, de Engelse termen “changeable” en “cupper” zijn eigenlijk meer gepast. Hun verrukkelijke bloemen vertonen pasteltinten die voortdurend veranderen tijdens hun leven. Een van de bekendste is N. “Sioux” waarvan de bloemen de eerste dag geel zijn, de tweede dag oranje worden en de derde dag naar koperrood omslaan. Het is geen goede bloeier. Men is beter af met N. “Paul Hariot”. N. “Comanche” is een medium soort met intenser gekleurde bloemen. Voor tobbetjes kiest men vaak N. “Aurora” of N. “Indiana” beiden met lieflijke bloemetjes van 5 à 6 cm in diameter. Oranje waterlelies zijn veeleisend wat betreft zoninstraling, geef ze de meest zonnige plaats in uw vijver.