De functie van planten in de vijver is velerlei. Planten dragen bij tot het esthetische aspect, ze dienen als schuilplaats voor allerlei dieren, ze schermen een deel van het licht af.
Wat betreft zuiveren van water spelen planten een grote rul. Plantenwortels kunnen fungeren als mechanische zeven waar grof vuil blijft tussen hangen, als adsorptieoppervlak waar kleine deeltjes op neerslaan, als drager van nuttige nitrificerende bacteriën (die zuurstofbehoeftig zijn en dus graag op planten zitten), als verbruikers van de reststoffen van de afbraakprocessen… Wat men ook beweert, geen enkel filtersysteem kan wat planten kunnen: fosfaten en nitraten opslorpen en omzetten tot weefsel.
Mechanisch–biologische filters zijn nuttig, zeer nuttig, zeker meerkamerfilters gevuld met goede filtermaterialen (opeenvulgend borstels, japanse matten en vijversubstraat) die bovendien nog voorzien zijn van een vuilaftapkraan onder elke kamer. Dergelijk filters zeven het grove vuil weg, laten zware deeltjes bezinken (worden afgetapt via de kranen) en zetten met behulp van bacteriën de giftige ammoniak om in nitriet en vervolgens in nitraat¦ en dan stopt het eigenlijk. Er wordt veel geschreven (vooral in publicitaire fulders) over “speciale” filtersubstraten die door de aanwezigheid van anaërobe zones het nitraat zouden omzetten in luchtstikstofgas dat zou ontwijken. Een mooie theorie die¦ spijtig genoeg maar voor een heel klein percentage werkt en nog minder bij wat hogere pH (de koivijver dus waar het net nuttig zou zijn). Gevolg is dat men ondanks de goede werking van deze filters blijft zitten met nitraat dat zich zal ophopen. Hetzelfde geldt voor fosfaat, een ander eindproduct van de filter. In rijk van planten voorziene vijvers worden nitraten en fosfaten verbruikt door de planten om te groeien. In vijvers met alleen maar vissen of met te weinig planten is er ophoping. Daarom is het nodig geregeld een deel van het water te verversen om het “te verdunnen”.
Hoe sneller een plant groeit hoe meer voedingstoffen hij verbruikt. Weinig eisen stellende en snel groeiende planten zijn het meest aangewezen voor moerasbedfilters. Vooral grasachtigen (eenzaadlobbigen) voldoen erg goed. Ze moeten de hoofdmoot uitmaken van de moerasbeplanting.
Het moet wel een beetje in verhouding blijven
Riet groeit erg sterk en wordt beschouwd als een goed zuiverende plant. De rietstengels kunnen gebruikt worden voor het maken van matten, papier etc. maar¦ ons ruisende ranke riet wordt meters hoog. Er zijn zelfs ondersoorten bekend die 6 meter hoogte halen, toch wat te hoog voor de doorsnee tuin en vijver. De wortelstokuitlopers groeien sterk en kunnen door folie, zelfs door beton en polyester. Riet is dus zeker niet geschikt voor algemeen gebruik in vijverfilters.
Lisdodden: ja, sommige
Grote lisdodde wordt groot, gaat zeker woekeren en alles inpalmen, zowel diepe als ondiepe waterzones. Kleine lisdodde is helemaal niet klein maar wordt zelfs nog hoger. Wat wel kan: dwerglisdodde en slanke lisdodde, beide worden niet te groot en vormen geen risico voor de waterdichting. Bonte lisdodde is ook een mogelijkheid. Dit is een cultuurvorm van een Japanse vorm van grote lisdodde. Het is een erg mooie plant maar¦ bontvormen groeien beduidend trager en deze vorm is bovendien niet helemaal winterhard tijdens koude winters in koudere streken (de Kempen en Ardennen).
Kalmoes, geurend, ontsmettend en opwindend
Kalmoes is een plant met grote zwaardvormige bladeren. Langs één kant zijn ze gegulfd en dit is een gemakkelijk determinatiekenmerk want dat komt bij geen enkele andere moerasplant voor. Het is zeker een van de allerbeste gewassen voor de filter want het verbruik aan fosfaten is erg hoog. Bovendien blijkt deze medicinale plant ook nog stoffen af te scheiden die het vijverwater ontsmetten en de ontwikkeling van ziektekiemen als Salmonella verhinderen. Daarom wordt kalmoes vaak gebruikt in zwemvijvers. Kalmoes wordt bovendien beschouwd als een afrodisiacum¦
Recht omhoog groeiende mattenbiezen
Mattenbiezen zijn mooie structuurplanten die tot diep in het water kunnen groeien en met hun rulronde stengels recht omhoog door het watervlak priemen. Door hun groeikracht zuiveren ze het water. Toch is het aangeraden ietwat voorzichtiger om te springen met deze planten want op lange termijn kunnen ze ook door folie priemen. Het is veiliger mattenbiezen in grote manden te plaatsen. Als de wortelstokuitlopers om de twee tot drie jaar afgesneden worden is er geen gevaar voor de waterdichting. Een klein beetje aandacht vulstaat dus.
Waternavel als zware metalenvreter
Waternavel staat erom bekend zeer sterk te zuiveren door zijn groeikracht. Bovendien verwijdert waternavel zware metalen en slaat deze op in zijn weefsel. De kleine schildjes worden meestal een tiental centimeter boven het water geheven, wat een mooi zicht geeft als onderbegroeiing tussen hogere verticale planten. Van waternavel gebruikt men de inheemse vorm (Hydrocotyle vulgaris) of de Amerikaanse (Hydrocotyle ranunculoides). Deze laatste groeit uitzonderlijk snel en kan woekeren (voor moerasbedfilters is dit eerder een pluspunt).
Irissen hoog gewaardeerd in de gematigde streken
Wanneer wij het hebben over irissen voor de vijver dan denken we wellicht in eerste instantie aan onze inheemse gele lis (de fleur de lys in het embleem van de Franse koningen). Op de ranglijst van meest nuttige planten voor waterzuivering in de gematigde streken staat gele lis in de top drie. Voor onze visvijvers en zwemvijvers kunnen we hem zelfs op de eerste plaats zetten. Gele lis heeft een lange vegetatieve periode, vormt een dicht maar oppervlakkig wortelstel waar de nuttige bacteriën graag op zitten, is gemakkelijk te onderhouden (één keer per jaar in de herfst afsnijden) en vormt geen probleem voor de waterdichting. Het is ook nog een mooie plant en er bestaan enkele interessante cultuurvormen (bontbladige vorm, met witte bloemen, met paarse bloemen). Ervaren bouwers van moerasbedfilters raden aan minstens vijf irisplanten te voorzien per duizend liter vijverwater.
Niet overdrijven met drijfplanten
Deze planten drijven los op het water en halen met hun fijne worteltjes zeer veel voedingsstoffen uit het water. Vooral de exotische soorten zoals watersla en waterhyacint zijn erg populair. Drijfplanten breiden zich meestal erg vlug uit in de zomer. Binnen de kortste tijd kunnen ze heel de filterzone inpalmen. Dit is niet echt de bedoeling. Ze zouden maar een vierde van het oppervlak van de filter in beslag mogen nemen. Het probleem is dat ze de zuurstofuitwisseling aan het wateroppervlak belemmeren en teveel licht afschermen voor de andere planten. Schep op geregelde tijdstippen een deel weg. Op de composthoop ermee.
Zuiverende zuurstofplanten
Wanneer er tijdens de aanleg gezorgd is voor plaatsen met dieper water in de filterzone dan kunnen daar zuurstofplanten groeien. Een 50 cm is voldoende voor verschillende soorten. Zuurstofplanten nemen hun voeding rechtstreeks op uit het water via hun stengels en bladeren. Waterpest en hoornblad verkiezen hard water. Aarvederkruid is weinig eisend en groeit meestal erg goed. Bronmos heeft weinig licht nodig en groeit ook in de winter.
Wat wintergroen niet vergeten
In de winter vertragen de omzettingsprocessen zeer sterk maar toch is het goed (en ook mooi) om een aantal groenblijvers te voorzien in de moerasbedfilter. Wintergroen betekent nog niet wintergroeier. Zo zijn de hulpijpen (bijvoorbeeld Equisetum scirpoides) in de winter groen maar ze groeien niet en verbruiken dus ook weinig afvalstoffen. Dat is wel het geval bij de volgende gewasjes.
Beekpunge is een inheems wintergroeiend kruipend plantje dat erom bekend staat enorm veel nitraat te verslinden. Crassula helmsii groeit vaak erg goed in de winter en brengt zuurstof naar zijn wortels en verrijkt zo de moerasbedbodem ermee (maar moet wel diep genoeg anders kan hij bevriezen). Lidsteng vormt decoratieve dennenboompjes en begint al heel vroeg in het voorjaar met groeien en dus met zuiveren.