Wilde rijst is een grof, meerjarig gras, inheems in Noord-Amerika, meerbepaald rond de Grote Meren. Eigenlijk is het een weinig gekend en dus ook weinig gebruikt vijvergewas. Het loont zeker de moeite eens wat te experimenteren met deze plant uit de succesrijke grassenfamilie.
In de herfst is wilde rijst op zijn mooist en zal met zijn zeer lichte tint de laagstaande zonnestralen weerkaatsen, zich spiegelend in het rimpelende nat.
Het geslacht Zizania bestaat uit slechts drie soorten die voorkomen in Noord-Amerika of het oosten van Azië. In het wild groeien de planten in ondiep stilstaand water langs rivieren en in moerassen. De stengels staan zeer dicht bij elkaar. Vogels, afhankelijk van een vochtige omgeving, vinden er dan ook ideale nestgelegenheid. De plant is erg geliefd door o.a. meerkoet en waterhoen.
De bladeren zijn smal, halfopgericht en met een ruwe rand. Ze worden 1,5 m lang en tot 2,5 cm breed. Op het hoogtepunt van hun ontwikkeling kunnen de planten zelfs 2 tot 3 meter hoog worden maar dat gebeurd zelden in onze streken. De bloeistengel van Zizania kan immers tot 3 meter hoog worden en is dik en sponzig. Op de stengeltop vormt zich een tot 75 cm lange vertakte pluim die lijkt op een grote kandelaar. Hieraan komen eetbare korrels, ten minste toch in Amerika.
Dure lekkernij
De oogst van de rijst gebeurt in de nazomer. De voedzame, vrij lange, donkerbruine zaadkorrels worden tegenwoordig al een delicatesse beschouwd. Zij hebben eeuwenlang een belangrijk deel uitgemaakt van de indianenmenu”s. Om het zaad te oogsten voeren de indianen met hun kano”s tussen de planten. Zij gebruikten een gekromde riem om de halmen over de boot te houden. De zaden werden in de kano uit de halmen gedorst. Een andere manier was het samenbinden van schoven en in ze in hun geheel oogsten. Na het rijpen werd het graan gewand door het plat te treden in een kuil. Het kon ook gedeeltelijk geroosterd worden op een framewerk gebouwd boven vuren die 36 uren bleven branden. De rijst werd ook gemalen tussen twee stenen om er bloem van te maken. Deze bloem werd gebruikt in soepen, pappen en platte koeken.
Tegenwoordig is wilde rijst een gezonde maar erg dure lekkernij . Bernard Assinniwi, een historicus van de Algonquin en voedingscriticus op de Canadese televisie schreef in zijn boek “Recettes typiques des Indiens” het volgende: “Wilde rijst is nu erg prijzig maar is veel voedzamer dan gewone gepolijst rijst. Men moet hem maar één keer proeven om te ervaren dat men er niet meer zonder kan.” Wilde rijst is inderdaad erg voedzaam, zeer lekker en ook lichtverteerbaar.
Vroeger was de plant onmisbaar voor veel indianenstammen. Zeker in streken waar maïs niet kan groeien was wilde rijst een belangrijke voedselbron voor de Indianen. Hun (over)leven hing er zelfs vaak van af.
Verzorging in de vijver
Voor wat uitgestrektere waterpartijen is Zizania zeker de moeite waard. Ook in middelgrote vijvers is hij schitterend toepasbaar als achtergrond. In de herfst eist deze plant de volle aandacht met zijn eerst felgele verkleuring gevolgd door een opvallende verbleking. Het gewas zorgt zo voor een geweldig lichtaccent.
Ondiep stilstaand water is de ideale standplaats in de vijver. Als maximale plantdiepte kunnen wij ongeveer 20 cm vooropstellen, hoewel 30 cm ook nog kan. Volle zon is het beste maar halfschaduw kan ook. Eigenlijk wordt elke vochtige of natte plaats aanvaard. De planten zijn niet gevoelig voor ziektes en aantastingen.
Vermeerdering gebeurt normaal gezien door delen maar wie over zaad beschikt kan dit ook gebruiken. Zaaien doet men in het begin van het voorjaar in natte grond in een zaaibak. Eens de zaden gekiemd zet men er 5 cm water boven.
In onze streken haalt de plant nooit zijn maximale hoogte en de rijst wordt niet of eerder zelden gevormd. In de kunstmatige vijver wordt het gewas ongeveer 90 tot 110 cm hoog. Soms, in gunstige omstandigheden, bereikt de plant er een lengte van 120 of 140 cm. Mattenbiezen, watermunt en waterlelies zijn goede buurplanten voor Zizania . Een alleenstaande groep in het vrije water staat ook mooi, zeker in het najaar.
Over zijn naam
De Oude Grieken noemden een grassoort, die vaak als onkruid groeide tussen eetbare graangewassen, zizanoon . In het Engelse taalgebied wordt Zizania meestal water oats of wild rice genoemd. De Iroquois Indianen noemen hem tuskaro en de Ojibwa Indianen spreken van mamomin .
Veel plaatsnamen in het centrale deel van de Verenigde Staten en langs de grens met Canada zijn gebaseerd op lokale namen van wilde rijst. De stam van de Nenomini mocht om religieuze redenen de wilde rijst, voor hen menon , alleen oogsten maar niet zaaien. Zizania aquatica doet het inderdaad beter in het wild dan gecultiveerd. Wilde rijst was een voortdurende oorzaak van twist tussen de Ojibwa Indianen en de Dakota Indianen voor het bezit van de vruchtbare moerasgronden. Als oorzaak van dispuut leeft de plant voort in de Franse taal. De Franse naam voor de plant, zizanie , heeft in deze taal nog een tweede, figuurlijke betekenis, namelijk onenigheid. De Duitstaligen spreken van Wasserreis en van Indianerreis .